De Netflix docu ‘Icarus’ al
gezien? Nee? Als je tijd over hebt even doen. Mocht je daarna nog meer tijd over
hebben raad ik je aan om ook te luisteren naar Joe Rogan Experience podcast .#1019,
waarin de maker van deze docu, Brian Fogel, uitgebreid geinterviewd wordt. ‘Icarus’
geeft een ontluisterende inkijk in de wereld van topsport. Het lijkt te gaan om
het dopinggebruik in alle topsportgeledingen, maar gaat eigenlijk om de
meedogenloze cultuur van schone schijn, dubbele moraal en angst die heerst
binnen mondiale sportkoepels als het Internationaal Olympisch Comité en de FIFA
(wereldvoetbalbond) Een cultuur waarin het niet gaat om, zoals je als argeloze
buitenstaander zou vermoeden, sport, maar om een ongebreidelde zucht naar geld,
macht en controle.
Wat heeft dit nu te maken met
gezondheidszorg, vraagt u zich misschien af? Inderdaad, sport en
gezondheidszorg hebben niet heel veel met elkaar te maken, hoewel in ons land
het ministerie VWS beide disciplines bedient en ik als verpleegkundige soms ook wel
eens het gevoel heb dat ik topsport bedrijf. Maar dat even terzijde. Sport en
gezondheidszorg zijn twee verschillende grootheden, maar de manier waarop
ze georganiseerd zijn en de heersende cultuur vertonen grote overeenkomsten.
Lees maar door, dan ga ik het u uitleggen.
Eerst terug naar mijn vorige blogpost en de actualiteit van dit moment. Uit de vorige blogpost wil ik deze tweet van Johan
Lambregts (@BureauJohan)
naar voren halen: “Wat zou de zorg in Nederland veranderen als 180.000
verpleegkundigen en even zoveel verzorgenden hun invloed aanwenden.”: En uit de actualiteit het bericht dat uit een
onderzoek van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland blijkt dat driekwart
van de Nederlandse plegen en zorgen stijf staan van de stress. https://www.ad.nl/binnenland/verpleegkundigen-staan-stijf-van-de-stress~a854cf20/
Laat de inhoud van deze alinea even goed doordringen en hou het vast bij het
lezen van de rest van deze blogpost.
Nog een terzijde in relatie tot de
vorige alinea. Ik ben blij dat V&VN dit onderzoek gedaan en gepubliceerd
heeft, maar de toch wel wat schokkende uitkomst beschouwend, vraag ik me
tegelijkertijd af waar die V&VN het afgelopen decennium was. In mijn ogen
mag een beroepsvereniging als V&VN zich deze cijfers ook zelf aantrekken en
zichzelf de vraag stellen of ze de belangen van verpleegkundig en verzorgend
Nederland wel goed behartigd hebben?
Goed, terug naar de cultuur van
schone schijn, dubbele moraal en angst. Ik werk dagelijks ‘aan het bed’. Al
jaren wordt ik geconfronteerd met een organisatie die, schone schijn, met veel
bombarie laat weten hoe centraal ze de patient zetten, hoe geweldig goed de
geboden behandeling en zorg is en hoe iedereen in de organisatie zich inzet om
de patient een ‘gastbeleving’ te serveren. De afdelingen PR en communicatie
draaien overuren om de in ieder geval op papier de ziekenhuisbeleving tot een
onvergetelijke ervaring te spinnen. Alsof we het over een weekje Center Parks
hebben. Aan medewerkers wordt vooral impliciet opgedragen om dit prachtige
plaatje mee uit te dragen of in ieder geval niet te bezoedelen. Ondertussen
weet iedereen die zijn ogen en oren open heeft dat de ziekenhuisbeleving in het echt iets
minder prozaisch is, maar die wetenschap heeft een hoog Voldemort gehalte: het
mag niet genoemd worden.............
Als ik me beperk tot het
verpleegkundig smaldeel binnen de organisatie waar ik werk worden we voortdurend geïndoctrineerd
met termen en begrippen als ‘verantwoordelijkheid nemen’, verpleegkundig
leiderschap tonen, integraal denken en handelen, regie nemen, initiatief tonen,
reflecterend vermogen, enz., enz. Maar o wee, als je dat echt gaat laten zien
in de praktijk lig je binnen no time overhoop met je management. En als je in
je praktijk de patient daadwerkelijk het uitgangspunt van het zorgproces laat
zijn, dan kom je helemaal van een koude kermis thuis. Ik kan boeken
vullen met voorbeelden waar de gemiddelde hond geen brood van lust.
Op de afdelingen / in de praktijk zie je dus iets
heel anders dan die geweldige PR spin: je ziet professionals die keihard werken
om de ziekenhuisbeleving voor hun patienten zo goed mogelijk te maken, maar ze
worden hierin voortdurend en consequent tegengewerkt door de eigen organisatie
die ingericht is op wantrouwen, bergen bureaucratie en beheerszucht. Ik kan
nog meer boeken vullen met de manier waarop het mij en collega zorgprofessionals
onmogelijk wordt gemaakt om optimale behandeling en zorg te bieden. Signaleer
je dit, meld je dit of spreek je hier het bureaucratische gedrocht op aan, dan
zijn er een aantal standaardreacties: het wordt ontkend, je moet het anders zien, je bent negatief, het wordt erkend maar
de schuld wordt naar anderen (bij voorkeur extern) geschoven, het wordt erkend met de belofte dat er
actie ondernomen zal worden waarna je vervolgens nooit meer een terugkoppeling
krijgt. Niet voor niets spreken wij op de werkvloer over ons management als ‘het
grote verdwijnpunt.’
Ik ben de tel kwijt van het aantal
VIM’men dat ik heb gedaan, het aantal overleggen waarin mijn collega’s en ik
onze zorgen hebben geuit en onze knelpunten en verbetersuggesties kenbaar
gemaakt hebben en het aantal jaargesprekkien waarin ik mijn zorgen heb
aangegeven. Zoals ik ook de tel ben kwijt geraakt over het aantal keren dat ik
bij het 1 op 1 aangeven van mijn zorgen en geconstateerde knelpunten gelijk en
begrip kreeg, maar tegelijkertijd ook te horen kreeg dat de manager in kwestie
of onze organisatie er ook niets aan kon doen, want ‘wij krijgen het ook
opgelegd.’ Als ik dan vroeg waarom ‘wij’ (de persoon in kwestie die zich in het ' wij' uitsprak) dan niet wat meer tegengas gaf, was
het antwoord regelmatig dat tegengas niet echt op prijs gesteld wordt en dat
bij teveel tegengas: ‘je kop eraf gaat.’ (Jawel, het is me letterlijk zo gezegd!)
Het aantal zorgprofessionals dat
ik in een burn out heb zien belanden is eveneens al lang niet meer bij te
houden, het aantal collega’s dat ontslag nam of nog erger, ontslag kreeg omdat
ze teveel tegengas gaven is niet meer op de vingers van mijn handen te tellen.
Deze laatste categorie is een verhaal apart. Het zijn de klokkenluiders, mensen
met hart en passie, die inhoudelijk punt op punt scoren, maar die dat soms niet
al te handig communiceren. In hun frustratie en emotie vergeten zij zichzelf
soms en op dat moment zijn ze kansloos. Ze worden vakkundig en meedogenloos ‘kaltgestellt’,
een ander woord heb ik er nier voor.
Vorig jaar raakte ik ook zelf
bijna in zo’n ‘kaltstellung’. In mijn blogposts voor ‘Handle With Care’
gaf ik nog wel eens aan waar mijn collega’s en ik in de dagelijkse zorgpraktijk
tegenaan liepen. Al de dingen waar ik over blogde had ik ruim voordat ze op het
blog verschenen ook gemeld of benoemd binnen mijn organisatie, zonder dat dat,
behalve de gebruikelijke verdwijnstrategieën ook maar iets in de zin van
concrete actie opleverde. .
Tot het moment dat ik, tot mijn
grote verbazing, werd ‘uitgenodigd’ voor een gesprek met management en HR. U
ziet het woord uitgenodigd tussen ‘……’
staan, want het ging niet om een uitnodiging maar een verplichting. Had
ik de uitnodiging vriendelijk naast me neergelegd, dan had ik waarschijnlijk op
een schorsing kunnen rekenen. In dat gesprek werd mij vriendelijk gevraagd om ‘uit
te kijken’ ,met mijn blogposts. Men had ze eens goed gelezen, had er niets in
kunnen vinden waar ik echt over de schreef was gegaan, maar echt blij werd men
er niet van. Uiteraard werd mijn passie voor goede zorg zeer gewaardeerd, maar……..
Het gesprek verliep aller beleefdst, allervriendelijkst, woorden als schorsing
en ontslag werden nergens in de mond genomen, maar de boodschap aan mij was
onmiskenbaar: dimmen, want anders…..
Zo kom ik weer terug bij het begin
van deze blogpost en de overeenkomst tussen de sportwereld en de
gezondheidszorg: de cultuur van schone schijn, dubbele moraal en angst. In de
gezondheidszorg vormen VWS en de verzekeraars het IOC, zijn alle
beroepsverenigingen de sportbonden en de ziekenhuizen en zorginstellingen de
plaatsen waar het spelletje gespeeld wordt. De groep die op papier het aller belangrijkst
is, want om hen draait het uiteindelijk, wordt in de sport gevormd door de
atleten en in de zorg door de patienten en de zorgprofessionals. Net als in de
sport wordt in de zorg over de rug van die belangrijkste groep het ‘spel’
volledig gecorrumpeerd. En net als in de sport weet iedereen dat dit gebeurd,
vindt iedereen het schandalig, maar kiest vrijwel iedereen ervoor te doen alsof
zijn neus bloed. Liever klinisch lijderschap waarbij je weet wat je hebt dan
klinisch leiderschap waarbij je je zekerheden op het spel zet. De angst
regeert en maakt dat 360.000 plegen en zorgen (en de hele meute andere zorgprofessionals) niet massaal in opstand komt en zich conformeert aan schone schijn en een dubbele moraal.
Uiteraard is de organisatie waarin ik werk niet uniek. Ik heb veel contacten met zorgprofessionals en patienten uit andere organisaties. De verhalen zijn dezelfde.
LV
Reacties
Een reactie posten