Ik besloot deel 1 van dit epistel met deze woorden: "Meer
nog vraag ik me af hoe het mogelijk is dat al die zorgprofessionals zich zo van
hun (in mijn ogen toch duidelijke) pad af laten leiden. Dat pad is de
beroepseed die ze ooit plechtig gezworen hebben. In mijn volgende blogpost wil
ik die zorgprofessionals een aantal vragen stellen. Vragen waarvan ik hoop dat
ze leiden tot introspectie, reflectie en eerlijke antwoorden.”
In de gezondheidszorg werken
talloze disciplines direct samen met de patienten. Bijna al die disciplines
hebben een beroepscode, en velen hebben ook nog eens een beroepseed afgelegd.
Grote gemene deler in al deze codes en eden is het gegeven dat je de patiënt,
ongeacht wie hij is, wat hij is, hoe hij eruit ziet en waar hij vandaan komt, centraal
stelt, hem de vanuit jou beschikbare kennis en bekwaamheid de best mogelijke
behandeling en zorg biedt en hem geen schade berokkent. (Do No Harm)
Als ik naar mijn praktijk kijk
zijn we in de organisatie waar ik werk (maar ook in alle organisaties om ons
heen) als zorgprofessionals een behoorlijk stuk van onze codes en eden
afgedreven. Om in de termen van deel 1 van deze blogpost te blijven werken we
in “ een landschap met plaatsen als Efficiënt, Productie, Wantrouwen. Winst,
Protocollia, Zonderhart en Zielloos. Het station in dit soort oorden heet
steevast Data Centraal en je komt er geen mens van vlees en bloed tegen.”
Zo vindt er voortdurend patiëntselectie plaats bijvoorbeeld
op basis van verzekering, op basis van allerlei ‘afvinklijsten’, op basis van
al dan niet verwachte winstgevendheid en op basis van budgetplafonds.
En wordt de best beschikbare behandeling of zorg lang niet
altijd geboden, alweer op basis van hierboven genoemde criteria, maar even vaak
op basis van een bureaucratische rompslomp waarin organisaties en disciplines
die samen zouden moeten werken elkaar dwarszitten. Continuïteit van zorg is een
lachertje geworden. In mijn zorgomgeving gaan patienten dood of decompenseren
ze fysiek of psychisch omdat er, vanwege bureaucratische en organisatorische
obstakels, niet wordt / mag worden samengewerkt.
Ergo, niet de patient staat centraal, maar het systeem
bepaalt hoe behandeling of zorg eruit ziet. Een anoniem systeem dat uitgaat van anonieme statistieken en gemiddelden, die bovendien ook nogal eens gebaseerd zijn op gecorrumpeerd onderzoek.
Alle zorgprofessionals die ik ken weten dit / beseffen dit.
Slechts een klein percentage van al die mensen verzet zich ertegen, soms
actief, meestal passief agressief. En dat betekent dat we willens en wetens
dagelijks heel veel patiënten schade berokkenen. En dat we met de zegen van onze
beleidsmakers, onze organisaties en beroepsverenigingen onze beroepscodes en
eden te grabbel gooien.
De zorg is hier overigens niet uniek in. In het onderwijs
spelen zich gelijksoortige taferelen af, de student / leerling hangt ergens
onderin de voedselketen en direct daarboven bevinden zich de docenten /
leraren. Deze groepen moeten het doen met de kruimels die overblijven van het
overvloedige banket waaraan de haaien in het onderwijs zich volvreten. En de
wijze waarop defensie het laatste decennium met haar belangrijkste mensen (de
mensen in de frontlinies) is omgegaan is een ander voorbeeld van de manier
waarop de zegeningen van een op neo liberale principes gestoelde economie.
Dat brengt mij tot de vragen waaraan ik in de eerste alinea
refereerde:
- Handel
jij in je dagelijkse zorgpraktijk nog naar de grondslagen van je beroepscode en
je beroepseed?
- Ben
je je ervan bewust dat je door je te conformeren aan de wijze waarop momenteel
onze zorg georganiseerd is je willens en wetens schade toebrengt aan patiënten?
En, als je de eerste vraag met nee en de tweede vraag met ja
beantwoordde: Wat ga je eraan doen? Hoe zit het met je beroepseer?
Ik besluit deze blogpost met twee quotes die ik vandaag in
de social media tegenkwam. Te beginnen met een tweet van Johan Lambregts
(@BureauJohan): “Wat zou de zorg in Nederland veranderen als 180.000
verpleegkundigen en even zoveel verzorgenden hun invloed aanwenden.”
En tot slot via LinkedIn een citaat uit een analyse over dewantoestanden bij defensie door brigade-generaal b.d. Ruud Vermeulen: “Dienen
is het centrale woord in de krijgsmacht. Als generaal moet je je goed bewust
zijn van het feit dat jij er bent voor je soldaten, je onderofficieren, je
officieren en burgers. Leading from the front.” Vertaal deze quote naar jezelf
als zorgprofessional en je bent terug bij de oorsprong van je beroepscode en
beroepseed.
Lex Vink
Reacties
Een reactie posten